Pagina's

zaterdag 13 april 2013

fietsmanifest voor de brusselse fietser

FIETSMANIFEST 

 (samenvatting en onderdeel van de Schaamteloze Ode aan de Brusselse Fietser van Judtih Vaninstendael)


PUNT EEN
Ik rijd met de fiets omdat de fiets een democratisch en toegankelijk instrument is.  Fietsen is niet voor specialisten, fietsen is voor iedereen.  Wie een gebruiksvoorwerp beheerst, onder controle heeft, krijgt een gevoel van kracht, van vrijheid, van autonomie.  Jij hebt greep op de dingen, niet omgekeerd.  Net dát ontbreekt pijnlijk in ons soort samenleving.

PUNT TWEE
Als je fietst en het regent, word je nat.  De fietser heeft rechtstreeks voeling met de plek waar hij rijdt.  Een fietser kun je altijd aanspreken -behalve als hij heel hard wegrijdt.  Een autobestuurder is al moeilijker aan te spreken. Hij kan zich verschansen.  De mogelijkheid om zich te verschansen maakt van de autobestuurder, hoe aardig hij voor de rest ook kan zijn, een afstandelijk en weinig empathisch wezen. De fietser maakt vaak een praatje, op een straathoek, op de stoep, een brug.

PUNT DRIE
Een fiets is bescheiden. Vermoedelijk is niet elke fietser bescheiden, een fiets is dat wel.  Fietsen domineren het straatbeeld niet door hun gewicht of hun grootte.  Fietsen zijn elegante, gestroomlijnde, efficiënte, minimalistische gebruiksvoorwerpen.  Een fiets is een magisch voorwerp.  De bescheidenheid van de fiets siert de bestuurder.

PUNT VIER
Een fiets maakt geen lawaai.  Het is een onmisbaar wapen in de strijd tegen de terreur van lawaai in onze samenleving.

PUNT VIJF
De fietser laat zich niet rijden. Hij legt afstanden af dankzij de eigen fysieke inspanning.  De vervreemding die gemotoriseerd vervoer met zich meebrengt, valt weg bij het fietsen.  De fietser weet, net als de voetganger trouwens, dat hij zelf de maat is van de dingen.  Trapt hij hard, hij zal snel fietsen.  Trapt hij lui, hij zal traag vooruitgaan.

PUNT ZES
Iedereen die in Brussel fietst, trotseert niet alleen het vreselijke Belgische weer, de slechte fietspaden, de kasseien, de mensonterende rijstijl van de bussen, de anarchie in het verkeer en de gemene hellingen, hij biedt ook dagelijks weerwerk tegen een aantal vastgeroeste denkbeelden in de Brusselse samenleving.  De fietser in Brussel is, vaak zonder dat hij het zelf beseft, een politiek activist, niet in woord maar in daad.  Koning auto wordt nog steeds blind vereerd in onze hoofdstad, en de dagelijkse fietser laat zien dat het ook anders kan.

O fietser!
Dappere, onvermoeibare fietser!
Nee, niet de fietser die de Tour de France rijdt.
Niet Tom Boonen, niet Sven Nijs.
Hoewel zij ook stuk voor stuk zeer te waarderen fietsers zijn.

Deze lofzang is voor andere helden, Brusselse helden.
Voor de moeder die elke dag met één kind achterop en één kind voorop de Brusselse wegen trotseert.
Voor de opa die tergend traag naar de bakker fietst, in weer en wind.
Voor de student die op een gammel ros naar de lessen gaat.
Deze lofzang is voor de jongens en de meisjes die met hun fiets hun plek in de grote stad veroveren.
Voor de ambtenaar die de vreselijke helling aan de Botanique oprijdt om tot in de Wetstraat te raken.
Voor de Molenbeekse huisvrouw die leert fietsen op haar 30ste.

Deze lofzang is voor iedereen die op zijn stalen ros de Brusselse hel bedwingt.
Ga en vermenigvuldig U.

Judith Vaninstendael schreef op vraag van Fietsersbond Brussel-Zuid een "Schaamteloze Ode aan de Brusselse Fietser".  De volledige Ode vind je ook op deze blog (zie vorig bericht).  Het Fietsmanifest i s een onderdeel van deze Ode.  We maakten er deze handige samenvatting van.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten